Mijn naam is Billie en ik ben een Chihuahua. Ik reis sinds een ruim jaartje mee met bijna elke toertocht van de IOCH. Ik rijd in een tanktas mee op de tank van mijn baasje. En omdat ik het enige huisdier ben dat meegaat met de toertochten, voel ik me een echte IOCH-mascotte. Niet zo’n pluchen beestje wat achterop een sissybar is vastgebonden, maar een real-life dog!! Wat dat betreft vind ik het jammer dat mijn baasje en ik niet mee zijn geweest met de toertocht van Zeeland dit jaar, want eigenlijk hoop ik op een eigen ‘Biker Of The Year’-award. Dit jaar zal dat helaas niet meer lukken, misschien volgend jaar…
Vandaag ben ik met mijn baasje naar Flevoland geweest. In het centrum van Almere werden we verwelkomd door zo’n 100 motorrijders. Ik zag weer veel bekende gezichten en sommigen kwamen even langs om me te aaien. Wat dat betreft voel ik me echt geaccepteerd binnen de club met al die stoere mannen en stoere vrouwen.
Iets na 11:00 uur vertrokken we met de hele stoet vanuit het centrum. Na een paar kilometer stonden we een tijdje stil. Ik hoorde wat geroezemoes over iemand die gevallen was en vervoerd was naar het ziekenhuis. Dat is natuurlijk geen goed begin van een toertocht. Ik ben daar wel van geschrokken, want dat kan mijn baasje en mij natuurlijk ook gebeuren. Na een poosje gingen we echter toch verder en reden we over een dijk langs windmolens en veel water. Hier geniet ik altijd extra van, van die heerlijke frisse lucht en het geluid van de meeuwen in de lucht. Ik ben weleens jaloers op de schapen die ik op dat soort plekken altijd in de weiden zie grazen. Als ik de kans zie om ze eens lekker op te jagen zal ik dat niet nalaten!
Bij een jachthaven in Almere-Haven mocht ik even uit de tanktas en heb ik gekeken naar voorbij varende boten en overvliegende merels. Hierna reden we via Zeewolde en voorbij Harderwijk naar ‘Flevonice’. Tussendoor zag ik hier en daar de paarden rennen in het veld. Ik heb me weleens laten vertellen dat ze zenuwachtig worden van het geronk van de motoren, maar volgens mij willen ze gewoon het liefst meerennen met de stoet! Eigenlijk zijn die motoren natuurlijk gewoon mechanische paarden, en misschien zien die sukkels het verschil niet eens.
Bij Flevonice hebben we een hapje gegeten. Daar heb ik nog even lekker gestoeid met Rick, een clubgenoot van mijn baasje. Het baasje van Doerak had bij Flevonice een leuke verrassing voor ons. Doerak is overigens een kat die ook van motoren houdt, maar het eng vindt om mee te rijden. Hij heeft zich laten vertellen dat er weleens wat van de motor van zijn baasje afvalt, en hij wil zijn zeven levens daar niet aan verspillen. Goed, ik dwaal af: de leuke verrassing, daar had ik het over. We mochten met zijn allen over de asfaltbaan waar ’s winters ijs op ligt. Broer Konijn werd daar ook helemaal enthousiast van. Toen hij zag dat ik meereed op een motor, wilde hij dat ook. Zijn poging om dat te proberen is hem fataal geworden, de arme donder. Volgens sommigen heeft hij ons nog wel uitgezwaaid..
Als toetje kregen we nog een keer een dijkje langs het water en kwamen we na een rit van net iets meer dan 100 kilometer aan op een uitstulping in het landschap, het plaatsje Schokland dat heel vroeger een eiland is geweest. Wat ik daar nog heel bijzonder vond, waren de aparte koeien die daar in de wei stonden. Die waren allemaal hetzelfde gekleurd, zwart met een hele brede witte bies over de buik. Ik heb inmiddels begrepen dat dat rasechte ‘lakenvelders’ zijn, een redelijk zeldzaam soort runderras. Vlak voordat mijn baasje en ik naar huis gingen zijn we nog even op de foto gezet.
Mensen, ik heb er weer van genoten jullie mascotte te mogen zijn vandaag. Ik verheug me alweer op de volgende keer!